Aristippus vult zo zijn leven met luxe, comfort, drank en de lekkerste spijzen. Toch klinkt dat alles wat leeg en zinloos, zonder de aanwezigheid van een vurige liefde. Een echte hedonist kan dan ook niet zonder de erotiek.
Wanneer Dionysius de charmeur Aristippus laat kiezen tussen drie prostituees, verkrijgt Aristippus het niet over zijn vurige hart om daarbij twee ervan uit te sluiten. Aristippus schaamt zich niet voor het bezoeken van bordelen en de huizen van courtisanes. Hij is een vriend van de verstotenen van de samenleving. De titels van zijn werken spreken boekdelen: Voor hen die hem berispen vanwege zijn liefde voor oude wijn en courtisanes, Voor een bedelaar, Aan de ballingen, en een werk getiteld Aan de schipbreukelingen.
Door afstand te doen van de culturele normen en waarden van de samenleving, heeft Aristippus zich weten open te stellen voor zij die door de samenleving veroordeeld en zelfs verbannen zijn. Zo leeft Aristippus lange tijd in een relatie met de ex-concubine Laïs. Tegen de mensen die hem hierom berispen, werpt hij terug: “Maakt het enig verschil of men een huis betrekt waarin al veel mensen gewoond hebben of een waar nog niemand in geleefd heeft?” “Of maakt het verschil te varen op een schip waarop ontelbare mensen al eerder gevaren hebben, dan wel niemand?” “Welnu, dan maakt het ook geen verschil of je met een vrouw leeft die tevoren met velen omgang had dan wel met niemand.” – cultuurshock! misschien niet de meest vrouwvriendelijke vergelijking.
Om er nog eentje aan toe te voegen: “Ik bezit Laïs, maar ik ben niet bezeten van haar; immers, het beste is de baas te zijn over je genoegens en je er niet door te laten overheersen, maar niet om er geen gebruik van te maken.” Dat Aristippus de vrouw als bezit beschouwt, is niet kenmerkend aan Aristippus, maar aan zijn tijd – wat Aristippus hier kenmerkt is zijn schaamteloze streven naar geluk en zijn liefde voor vrije seksualiteit.
Zo komen wij tot een helder beeld van de losbandige hedonist: een mens vrij van religie en moraliteit, iemand die niet wil overheersen noch zich laat overheersen, een persoon die zijn eigen oordeel en verlangens volgt, oprecht en nuchter, niet veroordelend jegens anderen, eigenzinnig genoeg om niet veel te geven om wat anderen van hem vinden, en, ten slotte, bovenal een genieter van drank, luxe en seks. Deze figuur uit de vierde eeuw voor Christus, hoe dicht staat hij wel niet bij ons? Hij leeft in een andere wereld, dat is duidelijk. Maar hoe hij in die wereld leeft, hoe hij met die andere omstandigheden omgaat, dat klinkt ons toch echt al te vertrouwd. Het streven naar geluk overbrugt hier de gigantische tijdskloof die er bestaat tussen deze antieke Griek en wij moderne lezers.
“Geen enkel object, geen enkele zijde van een object toont zich, zonder de andere actief te verbergen.” (Merleau-Ponty) En dit geldt temeer in het geval van de hedonist. Hij oogt gelukkig, hij oogt vrij – maar op welke grond is dit geluk, en deze vrijheid gebouwd? De tijd is nu aangebroken om de schaduwzijde van het beeld van de losbandige hedonist te belichten.
Geef een reactie